Niet altijd is al het gedrag van dieren prettig voor de eigenaar. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een kat die natuurlijk gedrag laat zien door zijn territorium te markeren met sproeien, krabben of kopjes te geven.

Kopjes geven is dan nog wel schattig, maar sproeien tegen de deurpost of krabben aan de mooie nieuwe bank die net aangeschaft is, wordt vaak minder gewaardeerd. In veel gevallen is het de eigenaar die last heeft van dit probleem en daarmee noemen wij dit in de praktijk probleemgedrag. Gelukkig kan dit natuurlijke gedrag in veel gevallen bijgestuurd worden door de juiste maatregelen, waardoor het probleem minder groot wordt voor de eigenaar. Natuurlijk gedrag verdwijnt niet, maar kunnen we ombuigen zodat het voor een eigenaar beter hanteerbaar wordt.

Als een dier echter last krijgt van zijn eigen gedrag, waardoor het in disbalans raakt en ziek wordt, dan noemen we het een gedragsprobleem. Het dier heeft hulp nodig.  Een voorbeeld hiervan is een hond die zodanig angstig is, dat hij door stress allerlei fysieke klachten krijgt, zoals problemen in het immuunsysteem en/of spijsverteringsklachten. In de praktijk kunnen we dan, soms in samenwerking met andere dierprofessional, door middel van een natuurgeneeskundig stappenplan veel bereiken, waarbij in het advies altijd wordt ingezoomd op het dier en op de oorzaak, maar ook wordt gekeken naar hoe we symptomen kunnen verlichten.

Het dier holistisch bekijken geeft in die gevallen het beste resultaat met betrekking tot welzijn van het dier, omdat je problemen van meerdere kanten kunt bekijken en kan aanpakken. Mijn praktijk heet niets voor niets: “heel het dier”😊